Herdenking 14 april 2024

Op 14 april 2024 verzamelden zo’n vijftig mensen zich bij het monument op Westerveld om Henk Sneevliet en alle andere revolutionair-socialisten te herdenken die tijdens de nazi-Duitse bezetting zijn overleden. Voordat een minuut stilte in acht werd genomen, spraken Bart van der Steen, Rob Lubbersen en Rik Weeda bij het monument.

Welkomstwoord door Bart van der Steen

Beste Mensen,

Hartelijk welkom bij deze herdenkingsbijeenkomst. Vandaag herdenken we een bijzondere groep socialisten, revolutionair­-socialisten, die tijdens de oorlog vochten tegen fascisme en onderdrukking en daarvoor het ultieme offer brachten.

De eerste jaarlijkse herdenking werd georganiseerd in 1954. Dat is nu zeventig jaar geleden. Maar ieder jaar ontmoeten we tijdens de herdenking opnieuw familieleden, geestverwanten en geïnteresseerden voor wie deze mensen, deze plek, deze dag van groot belang is.

De feiten zijn bekend. In mei 1940 valt nazi-Duitsland het land binnen en gaat het kader van de Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij ondergronds verder onder de naam Marx-Lenin-Luxemburg-Front. De groep verspreid illegale literatuur, individuele leden zijn betrokken bij hulp aan onderduikers en het MLL-Front ondersteunt de Februari-staking van 1941.

In februari 1942 wordt door toeval een lid gearresteerd en in korte tijd lukt het de bezetter om de hele Centrale Leiding van de organisatie gevangen te nemen. De vrouwen worden gedeporteerd naar Ravensbrück, de mannen worden gefusilleerd.

Ik noem hun namen:
Henk Sneevliet
Ab Menis
Rein Witteveen
Jan Edel
Wim Dolleman
Jan Koeslag
Cor Gerritsen
Jan Schriefer

Iets later, in oktober, worden ook Johan Roebers en Aaldert IJmkers door de bezetter vermoord. En de laatste jaren zijn we op het spoor gekomen van nog meer revolutionair-socialisten, die tijdens de oorlog verzetswerk deden en opgepakt werden en de oorlog niet hebben overleefd.

Op dit monument staan tien namen. Vandaag herdenken we hen en alle andere revolutionair-socialisten die tijdens de bezetting gevallen zijn.

In 1983 vatte historicus Wim Bot het programma van het MLL-Front samen in een paar woorden: Tegen fascisme, kapitalisme en oorlog. Wanneer we de huidige situatie in Nederland en de wereld overzien – de afgelopen verkiezingen, de oorlog in Oekraïne en in Gaza, economische ongelijkheid en onderdrukking – dan weten we dat het verleden geen gesloten boek is. Deze leus houdt ook een opdracht in voor het heden; ook al weten we dat we heel verschillend over bepaalde zaken denken en dat het verleden geen draaiboek biedt voor het heden.

Na mij zal Rik Weeda vertellen over zijn nieuwe boek en onderzoek naar de pacifistisch-socialistische verzetsgroep De Vonk, die nauwe contacten onderhield met het MLL-Front. Rob Lubbersen zal vertellen over de Haagse voorman van de revolutionair-socialisten Wim Dolleman. Daarna vertelt Nelis Oosterwijk jr. over een nieuw monument voor Henk Sneevliet dat geplaatst zal worden in Rotterdam Hoogvliet. Vervolgens houden we een minuut stilte.

Ik geef het woord aan Rik.

Toespraak door Rik Weeda

Lieve mensen,

Wat een eer om te mogen spreken op deze herdenkingsbijeenkomst voor Henk Sneevliet en zijn makkers. Uiteraard hartelijk dank aan de organisatoren, en speciaal aan Bart van der Steen en Ron Blom voor deze uitnodiging.

Ik mag hier staan omdat ik ruim veertig jaar geleden het geluk en de eer had om nog een aantal mensen van De Vonk, die toen nog in leven waren, te spreken.

De Vonk was een humanistisch-socialistische verzetsgroep tijdens de bezetting. De Vonk en het MLL-Front van Sneevliet waren Brothers in Arms, om het maar zo te zeggen. Brothers in Arms in hun gezamenlijke strijd voor een Derde Front: geen kapitalisme, geen fascisme, maar een internationaal socialisme.

Brothers in arms is natuurlijk figuurlijk gesproken. Want met wapens en militair gedoe hadden geen van beide groepen veel op. Hoewel De Vonk (een ‘enigszins heterogeen groepje volgens Sneevliets biograaf Max Perthus) een duidelijker geweldloos standpunt innam dan het MLL-Front van Sneevliet.

Toch hadden ze veel gemeen. Veel mensen van de Vonk waren afkomstig uit Sneevliets Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij. Bijvoorbeeld Eddy Wijnkoop en Dirk Schilp. Deze twee waren samen met Tom Rot oprichters van De Vonk. Sneevliet was een goede vriend van Henriëtte Roland Holst, de grand old lady van vele socialisten en protegee van De Vonk. En vooral natuurlijk Jef Last, de eigenzinnige socialistische schrijver en dichter die een centrale figuur zou worden binnen De Vonk.

Last was evenals Sneevliet een dissident van de vroegere CPH (de Communistische Partij Holland). Ron Blom las bij de vorige herdenking al een prachtig gedicht voor van Jef Last ter nagedachtenis van de pacifist Hein Vrind.

Jef Last had zeker in de jaren ’20 en ’30 veel bewondering voor Sneevliet. Vooral door Sneevliets idealen van een onafhankelijk Indonesië en van een Derde Front. Over Henk Sneevliet zei Jef Last toen volgens zijn biografe Rudi Wester het volgende:

‘Onze voorkamer aan de Wilgeweerd (in Rotterdam waar hij toen woonde) , die ik als studeerkamer gebruikte, scheen te klein voor Sneevliet. Met hem kwamen tyfoons van de Pacific binnen, de zandstormen over de Gobi, de regen brengende passaat, de uitbarstingen van de Indonesische vulkanen.’

Uit deze woorden valt al op te maken hoezeer Last tegen Sneevliet opzag. Sneevliet die immers mensen als Lenin, Trotski en Stalin persoonlijk had gekend. Beide mannen hadden veel overeenkomsten in hun charisma en idealen. Hoewel er ook verschillen waren. Wederom citeer ik Rudi Wester:
‘Sneevliet was een Brabantse levensgenieter. Zijn enige hobby waren de vrouwen, vooral als ze het ideaal van Rubens benaderden, iets waar Jef last geen last van had.’ Dat laatste uiteraard met een knipoog naar Last’s homoseksualiteit.

Via Sneevliet kreeg Last een betaalde baan bij de socialistische vakbond Nationaal Arbeids Secretariaat in Amsterdam. Ook werd hij lid van Sneevliets RSP. Last zou daarop nauw samenwerken met Sneevliet op diverse terreinen. Maar zoals zo vaak gebeurt, gelijke polen stoten elkaar af. Dat gebeurde ook tussen beide omvangrijke ego’s. Niet veel later werd Last dan uit de partij van Sneevliet gesodemieterd. Last zelf, eigenwijs als hij was, zag dat anders. Hij zou zelf de partij hebben verlaten. Tsja, dit soort persoonlijkheden zijn nooit genegen zichzelf zwakker te presenteren dan nodig is.

Terug naar De Vonk en het MLL Front tijdens de bezetting. Wat waren er veel overeenkomsten. De belangrijkste was natuurlijk de strijd tegen het fascisme en het ideaal van een socialistisch Nederland. Maar tegelijkertijd was bij beiden een diepe afkeer van zowel het kapitalisme als van het starre Russische staatscommunisme en stalinisme. Dat uitte zich bij beide groepen in de keuze voor een Derde Front, volgens Max Perthus een idee van Sneevliet. Een internationaal socialisme.

Zeker in het begin van de bezetting was er een nauwe band, ja, de mensen van De Vonk opereerden zelfs onder de vlag van het MLL Front. Ook praktisch was er een nauwe samenwerking. Zo zorgde De Vonk voor onderduikadressen voor Sneevliet en zijn makkers, en ook voor valse persoonsbewijzen. Dit soort verzetswerk was een specialiteit van De Vonk.

Maar de ideologische kloof tussen beide verzetsgroepen groeide, vooral door een zeer krachtige splijtzwam: de geallieerde strijd tegen nazi-Duitsland. Met de toenemende Duitse terreur en Jodenvervolging kwamen steeds meer Vonkmensen tot de conclusie dat eerst nazi-Duitsland moest worden verslagen voordat je serieus kon nadenken over een socialistische maatschappij. Sneevliet dacht daar anders over, en weigerde de geallieerde strijd te steunen.

Deze koerswijziging binnen De Vonk stuitte op veel kritiek van Sneevliet en zijn mensen. Dit uitte zich onder meer in een artikel in het MLL-Bulletin getiteld De Gedoofde Vonk. Hierin verweet het MLL Front De Vonk partij te kiezen voor de geallieerde strijd en daarmee het vaandel van het internationale socialisme definitief op te rollen. Dat kon er niet in bij veel Vonkmensen. Die waren immers ook niet allemaal even links en lang niet allemaal oud- RSAP’ers.

Maar ook bij Sneevliets vrienden in De Vonk viel die opvatting van Sneevliet verkeerd. Bijvoorbeeld bij Dirk Schilp, een strijdbare vakbondsman die de lantaarnpalen inklom tijdens stakingen om de arbeiders moed in te spreken. Schilp was een RSAP’er uit de kringen rond Sneevliet . Hij het verwoordde zijn discussie met Sneevliet zo.

IK CITEER DIRK SCHILP: ‘Ik stond op het standpunt: je kan in Europa willen wat je wilt, maar zolang het fascisme regeert en machtig blijft en niet verslagen wordt, kun je het socialisme wel op je buik schrijven. Natuurlijk was Sneevliet het met mij eens dat het fascisme verslagen moest worden. Maar hij meende dat dat zin had als de volkeren zelf daarnaast ook hun eigen kapitalisme naar de keel grepen. Dat was een zware opgave die Henk van de mensen eiste. Ik zag niet in dat die opgave vervuld zou worden.’

Maar ondanks de breuk tussen beide groepen sloeg de arrestatie van Sneevliet en zijn makkers in maart ’42 in als een bom. Er bleven immers ook na de breuk veel persoonlijke contacten bestaan. Niet alleen met Sneevliet maar ook bijvoorbeeld met Ab Menist (die in het huis van Tom Rot werd gearresteerd) en Willem Dolleman. Maar vooral vanwege het verlies van kameraden in een gemeenschappelijke strijd. De Vonk verwoorde het aldus:

‘wij wensen kapitalistische dictatuur niet met proletarische dictatuur uit te drijven … en wij delen niet Sneevliets geloof dat in de revolutionaire strijd het doel de middelen heiligt. Doch deze bezwaren verbleken en zinken in het niet, wanneer wij Sneevliet herdenken als kameraad, als strijder tot ’t laatste.’!

En tot slot, over alle geëxecuteerde mensen van het MLL-Front zei De Vonk:
‘De lijst der heldennamen is met de hunne vermeerderd.’

Dank voor uw aandacht.
Rik Weeda spreekt bij het monument

Toespraak door Rob Lubbersen

Willem Frederik Dolleman werd op 29 juli 1894 geboren in Gorssel, een dorpje in Gelderland. Toen hij 3 jaar verhuisde hij met zijn ouders naar Den Haag. Het gezin kwam te wonen in de Schilderswijk. Op zijn dertiende ging hij, net als zijn vader, werken in een bakkerij. In loondienst. Als zestienjarige, in 1910, werd hij lid van de linkse jeugdbond De Zaaier.

Grote indruk maakte vijf jaar later het sterven van zijn 11-jarige zusje Wilhelmina aan TBC, een ‘armeluisziekte’. Willem beloofde aan haar graf een “onverzoenlijken strijd” te voeren tegen het kapitalisme. Hij werd voorzitter van De Zaaier en organiseerde acties tegen de Eerste Wereldoorlog. In 1919 huwde hij Meta Mater met wie hij drie zonen kreeg.

Willem had een druk bestaan: hij werkte in de bakkerij, was huisvader, las de werken van Marx, Engels en Lenin, vervulde achtereenvolgens functies in de Sociaal Democratische Partij (SDP), de communistische partij CPH/CPN, schreef tientallen artikelen in hun bladen over het arbeidersleven, maar ook over politieke en filosofische onderwerpen. Hij maakte kennis met Henk Sneevliet.

Toen de CPN koos voor een werking in het NVV in plaats van het Nationaal Arbeids Secretariaat verliet Dolleman die partij. Samen met Sneevliet was hij in 1929 betrokken bij de oprichting van de Revolutionair Socialistische Partij (RSP). Op een congres in 1934 werd hij met 995 van de ruim 1000 stemmen gekozen in het partijbestuur. In de tegenstelling tussen Stalin en Trotski koos de RSP voor Trotski. En internationaal natuurlijk tegen Hitler.

In 1935 kwam de Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij (RSAP) tot stand. Met 3.700 leden, 10.000 abonnees en 94 afdelingen. Willem werd wederom in het partijbestuur gekozen. Bij gemeenteraadsverkiezingen werden 23 zetels veroverd.

Het geweld in en tegen de arbeidersbeweging nam toe. Bij een conflict in de RSAP vielen harde klappen, Ab Menist werd door stalinistische CPN’ers het ziekenhuis in geslagen en er waren regelmatig knokpartijen met de fascisten van de NSB. De regering sloeg oproer op De Zeven Provinciën en in de Jordaan keihard neer.

Na de Duitse invasie op 10 mei 1940 gaat de RSAP direct ondergronds als Marx-Lenin-Luxemburg-Front (MLL-Front). Willem ontdoet zijn huis aan de Van Bijerenstraat van de Muurkrant, verbergt boeken en portretten van Domela Nieuwenhuis, Marx, Trotski, enzovoort en verbrandt geschriften en ledenlijsten in de kachel. Vanaf januari 1941 verschijnt de eerste gedrukte verzetskrant Spartacus, tweewekelijks in een oplage van 5.000.

Een discussie over de ontaarding van de Sovjet Unie dreigt uit te lopen op een breuk tussen Sneevliet en Dolleman, maar wordt gesust. Begin 1942 wordt de gehele Centrale Leiding van het MLL-Front gearresteerd en uiteindelijk ter dood veroordeeld. Willem schrijft aan zijn jongste zoon van 16: “Nu Frans, een laatste zoen en stevige handdruk van je kameraad en vader. Wees moedig en sterk!”.

Op zondagochtend 12 april 1942 zongen de mannen nog eenmaal samen De Internationale en om twintig over negen viel het eerste salvo van het vuurpeloton.
Rob Lubbersen bij het Monument