Herdenking Westerveld, 9 april 2017

Op 9 april 2017 vond de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst plaats op Westerveld. Na toespraken van Dick de Winter, Ron Blom en Bart van der Steen droeg Ger Groenenboom enige gedichten voor, waarna een minuut stilte in acht werd genomen.

Toespraak Dick de Winter

Beste vrienden aanwezigen,

Dit jaar van herdenken is een bijzonder jaar. Op 13 april is het 75 jaar geleden Henk Sneevliet, Willem Dolleman, Ab Menist, Jan Edel, Jan Schriefer, Rein Witteveen en Jan Koeslag werden vermoord door de Duitse bezetter. Cor Gerritsen had al eerder zelfmoord gepleegd. En op 16 oktober zal het ook 75 jaar geleden zijn dat de twee gijzelaars Johan Roebers en Aaldert IJmkers lafhartig in de bossen bij Austerlitz werden doodgeschoten.

Omdat het een bijzonder jaar is willen we daar op 16 september 2017 uiting aan geven. In het IIRE-gebouw aan de Lombokstraat 40 in Amsterdam organiseren we daarom van 13:00 uur tot 17.30 uur een drietal lezingen: Ewald Engelen over de parallellen jaren 30 en nu, Bart Lankester over zijn tante Trien de Haan-Zwagerman, en onze eigen Ron Blom, die zal spreken over het congres van de volken in het verre oosten waar Henk Sneevliet bij aanwezig was. Het zangkoor Melange Rood zal met maatschappijkritische liederen en strijdliederen een culturele bijdrage leveren.

Verder zijn er twee fototentoonstellingen, een film over Henk Sneevliet in de serie Brabantse Helden en liggen er boeken die gekocht kunnen worden. Om omstreeks half vijf is de laatste lezing afgelopen. Er is dan genoeg tijd om na en bij te praten tot half zes.

Ik heb ik de afgelopen jaren niet alleen aan de meest bekende mensen van het Marx-Lenin-Luxemburg Front (MLL-Front) Sneevliet, Dolleman en Menist aandacht besteed. Ik heb bewust aan allemaal aandacht willen besteden. De afgelopen jaren heb ik er steeds een nader belicht. Ons comité heet wel Sneevliet Herdenkingscomité, omdat de naam Sneevliet nu eenmaal de meest bekende is en de mensen ook wat zegt. Maar de andere verzetsstrijders zijn er ons niet minder om.

Deze keer wilde ik jullie kort wat vertellen over Jan Schriefer

Jan Schriefer was de centrale figuur van het MLL-Front in Amsterdam. Hij was geboren in de hoofdstad in 1906, doorliep de lagere school en de ambachtsschool en specialiseerde zich in de elektrotechniek. In 1931 werd hij lid van de SDAP, de Sociaal Democratische Arbeiders Partij. Het jaar erop ontstond de Onafhankelijke Socialistische Partij, een oppositionele afsplitsing van de SDAP. Jan werd propagandaleider van de afdeling Amsterdam-West, en later een van de secretarissen van district Amsterdam. En dat is hij gebleven, ook toen in 1935 de OSP fuseerde met de Revolutionair Socialistische Partij (RSP) tot RSAP, Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij.

In 1940 was Jan Schriefer een van de oprichters van het MLL-Front. Lid van de Centrale Leiding en ook nu weer verantwoordelijk voor Amsterdam. Later strekte een deel van zijn werkzaamheden zich uit tot andere plaatsen in Noord-Holland.

Jan Schriefer was een goed organisator en kende een groot verantwoordelijkheidsgevoel, schrijft Piet van ’t Hart, zelf een van de leden van Centrale Leiding. Aan zijn mening werd waarde gehecht. Vergaderingen van het organisatorisch bureau vonden in zijn huis plaats. Piet van ’t Hart wijst erop dat er altijd de juiste sfeer en het gevoel van veiligheid was, nodig om het vele werk te kunnen volhouden.

Op 27 februari 1942 werd hij samen met zijn vrouw Janny gearresteerd. Op 13 april werd hij samen met de anderen bij kamp Amersfoort waar ze gevangen zaten, gefusilleerd. Beloofd was dat de vrouwen vrijuit zouden gaan. Maar dat gebeurde niet Janny ging evenals Mien Sneevliet, Trien de Haan-Zwagerman en Jeltje Witteveen naar kamp Ravensbrück. Ruim drie jaar brachten ze daar door. Het was een zware tijd daar in het kamp, zowel fysiek als psychisch. Daar kunnen we ons alles bij voostellen. Ze overleefden het gelukkig alle vier.

Toespraak Ron Blom

Bedreiging en aanranding. Nederlands rechtspopulisme in beweging

Er is nog maar weinig aandacht voor in de mainstream media, maar al enige tijd wordt de antiracistische activiste Anne Fleur Dekker bedreigd door extreemrechts en is ze ondergedoken. Op radicaal-rechtse sites als GeenStijl en De Dagelijkse Standaard (DDS) wordt gesuggereerd dat ze elk moment een aanslag aan het plannen is en dat ze gestopt moet worden. Helaas geloven mensen deze onzin. Over de desastreuze effecten van nepnieuws gesproken.

‘Het gedoe’ zoals ze het zelf noemt begon donderdag 16 maart. Het begon met het artikel dat ze schreef over Thierry Baudet, ‘Baudet is een Wilders in Schaapskleren’, op de linkse opiniesite Joop. De zondag erop was ze gedwongen onder te duiken. Eén van de beschuldigingen was dat ze als lid van GroenLinks en van de stemcommissie de stemmen niet goed zou hebben geteld in Hilversum. Maar dat is allemaal gebaseerd op leugens en onzin. De bewering van Wilders dat hij minder zetels zou hebben gekregen slaat dan ook nergens op.

Ze wordt momenteel bedreigd door zowel de volgers van Baudet van het zogeheten Forum voor Democratie als van Geert Wilders. Zoals ze zelf zegt: ‘Je merkt het verschil. Ik ben vaker bedreigd uit de hoek van Geert Wilders toen ik me over hem had uitgelaten. Die schieten heel erg met losse flodders. De volgers van Baudet gaan veel georganiseerder te werk. Die zijn wat slimmer in hun aanpak. Ze lijken een dossier over je bij te houden van de afgelopen maanden, wat je gezegd hebt. Dat krijg je niet in één dag bij elkaar gezocht. Je merkt dat hun hele tactiek anders is. Ik heb ook het idee dat die rare artikelen op GeenStijl, TPO en DDS, dat dat komt door de connecties vanuit de Baudet-hoek.’

Het is volgens haar nu wel de combinatie van beide die het heftig maakt. ‘Ze lopen elkaar gewoon op te fokken. Het is nu: PVV-aanhangers en Forum-aanhangers, hand in hand tegen Anne Fleur. Maar de echt gevaarlijke bedreigingen komen uit de Baudet-hoek. Dus het is heel anders dan de vorige keren toen er nepnieuws over mij uitkwam.’

Gelukkig zijn er ook steunbetuigingen voor haar gekomen. Bijvoorbeeld van Comité 21 Maart en ook Artikel 1 van Sylvana Simons heeft inmiddels steun betuigd. Dat vind ze heel erg fijn. Maar ze merkt ook dat mensen het eng vinden om openbaar voor haar op te komen.

Zij is niet het enige slachtoffer. Het overkomt meer vrouwen die zich uitspreken – in de politiek, mensen van kleur, moslims. Het is een heel selectieve vrijheid van meningsuiting. Sylvana Simons van artikel 1 overkomt dit dagelijks. En kijk ook hoe de vrouwen die zich in Spijkenisse tegen de komst van Wilders uitspraken bedreigd werden door Wildersaanhangers met ‘daar moet een piemel in’.

En wat betreft bedreiging met aanranding en verkrachting blijft ook Parool- columnist Theodor Holman – weer een vriend van het selectieve vrije woord – niet achter. Hij wist wel wat Anne Fleur Dekker nodig had en beval zichzelf aan om haar eens te pakken. Deze seksistische en gore column van Holman riep een storm van kritiek op. Niet alleen van Fleur Dekker zelf die er voor past om verbaal aangerand te worden, maar ook van andere vrouwen en mannen. Een van de briefschrijvers schreef zich al een hele tijd aan Holman te storen. Daarbij moet de briefschrijver denken aan opa en hoe die zich in zijn graf zou omdraaien omdat hij na de oorlog een tijdlang voor het Parool heeft gewerkt. Via het verzet was hij aan zijn baan gekomen. De column van Holman werd scherp getypeerd als een goor bangalijstje van een bejaarde man die eer over droomt een 22-jarige linkse activiste te neuken.

Overal waar de verschillende groepen onderdrukten in de maatschappij het niet meer nemen en het heft in eigen hand nemen worden ze gestigmatiseerd, vernederd en beledigd. Daar weten de mannen die we hier vandaag gedenken ook van. Denk aan Sneevliet en zijn activiteiten in Nederlands Indië waar hij zich aan de zijde schaarde van de Indonesiërs tegenover het koloniale establishment. En denk ook aan de harde strijd van de revolutionair-socialistische beweging om de positie van de arbeiders en de werklozen te verbeteren ten tijde van de crisisjaren waarbij de activisten te maken kregen met het rechtsradicalisme van die dagen.

Er zijn gelukkig ook hoopvolle signalen tegen de wereldwijde opkomst van populistisch rechts. Slachtoffers van ongelijkheid en achterstelling laten zich niet meer in hun hok terugjagen. Zeer inspirerend was wat mij betreft de onlangs gehouden demonstratie van vijftien tot twintigduizend vrouwen en mannen In Amsterdam op 11 maart met een duidelijke boodschap: als we zelf ons lot in eigen hand nemen zal antifeministische en racistische politiek zal niet winnen.
Bart van der Steen

Toespraak Bart van der Steen

We herdenken niet alleen de mensen, maar ook hun strijd
‘Op 2 maart 1942 belde ’s nachts om half twaalf een Hollander aan die moeder vroeg of vader thuis was; hij werd “gestuurd door Jan Edel”. We wisten echter dat Jan Edel reeds op 24 februari was gearresteerd. Moeder antwoordde dus dat vader er niet was en pas de volgende middag om ongeveer 2 uur thuis zou komen. Het leek erop dat we geluk hadden, de man nam er genoegen mee.

Onmiddellijk wekte moeder vader. Ze zei hem dat hij zich snel moest aankleden en door de tuinen aan de achterkant moest verdwijnen. Maar het was al te laat. Na luttele minuten werd er weer gebeld en toen stormden gewapende Duitsers binnen. Vader werd uit bed gehaald, moeder en mijn broer Willy moesten op de bank in de kamer blijven zitten. Zij durfden nauwelijks een woord te spreken.’

Op deze manier vertelde Andries Dolleman jaren later over de arrestatie van zijn vader Willem Dolleman.

Na de Februaristaking van 25 en 26 februari 1941 was het de Duitse bezetter duidelijk geworden dat de Nederlandse bevolking niet zo volgzaam was als eerder aangenomen. Het zette de bezetter ertoe aan om intensiever en gerichter op zoek te gaan naar verzetsstrijders.

Willem Dolleman en het Marx-Lenin-Luxemburg Front waarvan hij lid was, vormden een belangrijk doelwit. In februari en maart 1942 werden acht leiders van het MLL-front gearresteerd. Een van hen pleegde kort daarna zelfmoord in de cel. Op 13 april werden de andere zeven op de Leusderheide geëxecuteerd. Op 16 Oktober 1942 werden nog twee leden van het MLL-Front doodgeschoten.

Het gaat om Willem Dolleman, Jan Edel, Cor Gerritsen, Jan Koeslag, Ab Menist, Johan Roebers, Jan Schriefer, Henk Sneevliet, Rein Witteveen en Aaldert IJmkers.

Willem Dolleman en de negen kameraden die we vandaag herdenken waren revolutionair-socialisten. Ze beriepen zich op Lenin en de Russische Revolutie. Die Russische Revolutie is dit jaar een eeuw oud. De arrestatie en moord op de MLL-leiders ligt 75 jaar achter ons. De meesten van ons, die hier vandaag zijn, hebben Dolleman noch Sneevliet persoonlijk gekend. In plaats van persoonlijke herinnering komen gedeelde verhalen – verhalen die we blijven vertellen, omdat ze belangrijk zijn; ook in het heden.

Maar juist op momenten als deze is het belangrijk om niet alleen te vragen wie we herdenken, maar ook wat we herdenken. Waar streden Dolleman en de zijnen voor? Wat is de reden dat zij zijn opgepakt en vermoord?

Tegenwoordig claimen rechtse en populistische politici regelmatig dat zij de ware antifascisten zijn. Dat het moslimfundamentalisme het ‘nieuwe fascisme’ is. Dat zij dus in de traditie staan van de verzetsstrijders van toen.

Zij noemen zichzelf verzetsstrijders, claimen dat familieleden in het verzet zaten, dat we op 4 en 5 mei de bevrijding van het nationaalsocialisme herdenken, waarbij ze het woord ‘nationaal’ tussen haakjes zetten.

Dat kan heel ver gaan. Wilders en zijn collega Agema waren verheugd dat het verzetsmonument aan het Weteringcircuit werd vernield.

De dichtregels van HM van Randwijk waren zo ‘aangepast’, dat het woord tirannen door ‘korannen’ was vervangen. De boodschap van Van Randwijk kreeg daardoor een volkomen andere betekenis:

een volk dat voor tirannen zwicht,
zal meer dan lijf en goed verliezen,
dan dooft het licht.


Het Sneevliet Herdenkingscomité is geen politiek comité. We verbinden ons niet met partijen, zetten ons niet in voor politieke acties. We organiseren herdenkingen, om zo de herinnering aan Dolleman, Sneevliet en de hunnen levend te houden. We moeten daarbij ook hun verhaal wel blijven vertellen, want anders gaan anderen er zonder scrupules mee aan de haal.

Wat was nu dat verhaal van Dolleman en de zijnen? Hun programma kan in drie punten worden samengevat. In de eerste plaats hamerden zij op de noodzaak van een definitieve breuk met het kapitalisme. Elke verbetering – hoe klein ook – is welkom, maar zolang het winstoogmerk binnen de maatschappij leidend blijft, kunnen de tegenstellingen die een harmonieuze, duurzame en gezonde samenleving in de weg staan niet worden opgelost.

Ten tweede benadrukten zij op de noodzaak van onafhankelijke klassenactie. Destijds werd de arbeidersklasse vooral verbeeldt als een van witte en gespierde fabrieksarbeiders. Tegenwoordig weten we dat die klasse veel pluriformer is. Het gaat er te kijken wat er in je eigen omgeving gebeurd en daarop te reageren. Wanneer je jezelf afhankelijk maakt van buitenlandse machten hol je je eigen strijd van binnen uit.

Ten slotte bleven zij overtuigd dat de strijd voor het socialisme internationaal is. In andere gebieden worden gelijkaardige conflicten uitgevochten en samen sta je sterker. Sneevliet, die voor de revolutie van Nederland naar Indonesië en China was afgereisd, belichaamde het idee van een internationale revolutionaire beweging.

Kunnen dit soort ideeën toegeëigend worden door rechtspopulisten? Het lijkt me sterk – of er moeten wel heel rare redeneringen tegenaan gegooid worden. Dat het überhaupt al gebeurd dan ook boven alles een oproep aan ons: om het verhaal van Dolleman en Sneevliet en zijn makkers te blijven vertellen. Om niet alleen de mensen te herdenken, maar ook hun strijd.

Kort voordat Sneevliet en de zijnen naar de Leusderheide werden gevoerd, waren zij nog even samen, in een cel. Daar zei Sneevliet:

Welnu, ik heb de strijd gestreden en het geloof behouden. Het geloof in de zaak van de Internationale. Er moet nog veel gestreden worden, maar de toekomst is aan ons.

Daarna zongen zij de Internationale. Moge zij weldra heersen op aard.
Ger Groenenboom

Gedichten voorgedragen door Ger Groenenboom-van Tol

Een volk de Mensheid: Een land de Wereld.
Niemand koos de eigen ouders
noch de plaats waar hij geboren was.
Niemand hoeft zich dus te schamen,
noch kan trots zijn op zijn ras.

Rassenwaan en rassenhaat
Is een primitief gedrag,
Dat getuigt van weinig denken
Maar op veel volgelingen rekenen mag.

Het zijn de onmiskenbare bewijzen
Van een misplaatst superioriteitsgevoel,
Wat je steeds weer zal herkennen
Aan dom gepraat en een grote smoel.

Daarom een volk: de mensheid
Zonder onderscheid naar kleur of rang.
Dat alleen kan de wereld redden
Van een zekere ondergang.


Onbekende dichter, overgenomen uit een katern van Vrouwen voor Vrede.

Ik lees nu twee gedichten naar aanleiding van ‘Het Vergeten Bombardement’ in Rotterdam West.
Het vond plaats op 31 maart 1943. In de jaren negentig werd een monument geplaatst. Sinds enige tijd is er een parkje ‘PARK 43’ en dit jaar werd er voor het eerst op deze datum een herdenking gehouden. Ik heb dit bombardement persoonlijk meegemaakt en als ik de bombardementen in Aleppo op de TV zie, brengt dit veel herinneringen boven.

De dag waarop het nacht werd.
Door Anne-Rose Hermer

31 maart 1943
13 uur 29: geen Duitse vliegtuigmotoren
Wel gerommel in de onheldere lucht
Er heerst paniek!
Wie kan, die schuilt of vlucht

Buiten wordt het donker
Als een pikzwarte nacht
Niemand ziet een hand voor ogen
Maar ieder voelt de wrede oorlogskracht

Als gewelddadige vogels
Die hun dodelijke lading droppen
Doen de piloten hun werk
Een proces dat niet valt te stoppen

Ongeveer 400 doden, honderden gewonden
3.200 woningen verwoest
16.500 Rotterdammers dakloos

Slechts twee minuten oorlogsgeweld
Die duizenden levens van nabestaanden zouden verzieken
Om later te verdwijnen
In vergetelheid en ijskoude statistieken.

Maar in harten van velen
Leven de slachtoffers voort
Wat ze graag willen delen
Hoewel ze niet altijd worden gehoord.


Zonder titel.
Sirenes die loeiden
bommen die vielen
levens vernietigden.

Ik zag hun inslag
het rokend vuur
de paniek op straat.

Ik hoorde hun gillen
het kermen van pijn
de dood als berusting.

Ik zag hun zoeken
tussen de puinhopen
naar vader, moeder of kind

Ik hoorde hun wanhoop
in luid geschreeuw
hun leed werd mijn deel.

Tragedie van oorlog
is meer dan herdenken
van wie is gegaan.


Beleefd en geschreven door Nico Sannes. N.a.v. 31 maart 1943.

Op ten strijde
Door Spotvogel. Synoniem van Nico van Diejen.

Vooruit nu makkers, aan de slag
de tijd van dromen is voorbij
we planten nu in’t puin de vlag
van een nieuwe maatschappij.

Van totaal een andre orde,
van gelijkheid en van recht,
waar niemand uitgebuit kan worden
en waar geen mens meer wordt geknecht.

Wij geen onderscheid meer kennen
tussen rassen, vrouw of man,
waar een ieder naar zijn aanleg
zich voluit ontplooien kan.

In zo’n wereld wil ik leven,
waar genoeg is voor elkeen.
Armoe en honger zijn verdreven,
makkers kom, daar moet het heen.

Op ten strijde kameraden
voor die mooie maatschappij,
want de bouwers beste mensen,
van zo’n toekomst, dat zijn wij.